Surf teams race |
Na het startsignaal rennen drie deelnemers vanaf de startlijn op het strand het water in om een parcours van ongeveer 400 meter (aangegeven door boeien) te zwemmen en daarna over de finishlijn op het strand te rennen. Alle winnaars krijgen 1 punt, alle nummers 2 krijgen er 2, enzovoort. Het team met het minst aantal punten wint. |
Rescue tube rescue |
Het team bestaat uit vier deelnemers. Na het startsignaal rent de 'drenkeling' het water in en zwemt hij of zij ongeveer 120 meter naar een aangewezen boei. Daar aangekomen zwaait de drenkeling naar de 'redder', meteen hét teken voor hem of haar om te starten. De redder heeft de rescuetube om en zwemvliezen in de hand. Hij of zij rent met de rescuetube het water in, trekt de zwemvliezen aan en zwemt naar de drenkeling. De redder klikt de rescuetube vast om de drenkeling en zwemt terug naar het strand. De drenkeling mag hierbij helpen, maar alleen onder water. Bij de kant nemen de twee 'helpers' de drenkeling over en slepen zij hem of haar over de finishlijn op het strand. |
3 x 1 km beach run relay |
Na het startsignaal rent de eerste van drie deelnemers 1 kilometer over het mulle zand. in totaal, want de afstand is verdeeld over twee rondes. De eerste deelnemer tikt de tweede deelnemer aan, de tweede deelnemer tikt de derde deelnemer aan. De derde deelnemer eindigt over de finishlijn op het strand. |
Beach relay |
Na het startsignaal sprint de eerste van vier deelnemers 90 meter over het zand. Hij of zij geeft het estafettestokje door aan de tweede deelnemer, enzovoort. De laatste deelnemer rent over de finishlijn op het strand. |
Surf ski relay |
De eerste van de deelnemers houdt in kniediep water een surf ski vast. Na het startsignaal springt hij of zij in de surfski en legt een parcours van ongeveer 250 meter (aangegeven door boeien) af. De deelnemer springt (eenmaal terug bij het strand) uit de surfski, die door een helper wordt vastgehouden. Hij of zij rent naar het strand en om een keervlag heen naar de tweede deelnemer. De tweede deelnemer staat met een surfski klaar in het water en start na te zijn aangetikt. Dit geldt ook voor de tweede en derde deelnemer. De laatste deelnemer springt uit de surfski en rent over de finishlijn op het strand. |
Board relay |
Na het startsignaal rent de eerste deelnemer vanaf het strand het water in. Hij of zij springt op het board en legt een parcours van ongeveer 250 meter (aangegeven door boeien) af. Eenmaal terug bij het strand springt deze deelnemer van het board, dat door een helper wordt vastgehouden, om het strand op en om een keervlag naar de tweede deelnemer te rennen. Hij of zij staat met een board klaar op het strand en start na te zijn aangetikt. Dit geldt ook voor de tweede en derde deelnemer. De laatste deelnemer springt van het board en rent over de finishlijn op het strand. |
Board rescue |
Het team bestaat uit twee deelnemers. Na het startsignaal rent de 'drenkeling' het water in en zwemt hij of zij ongeveer 120 meter naar een aangewezen boei. Daar aangekomen zwaait de drenkeling naar de 'redder' op het strand, voor hem of haar hét teken om te starten. De redder rent het water in, springt op het board en peddelt naar de drenkeling toe. De drenkeling klimt op het board. Samen peddelen ze terug naar het strand. Als de redder en de drenkeling bij het strand zijn, springen zij van het board, pakken het beiden vast en rennen er samen mee over de finishlijn op het strand. |
Oceanman/Oceanwoman relay |
Dit wedstrijdonderdeel bestaat uit de onderdelen surf race (288 meter zwemmen), board race (400 meter boarden), surf ski race (500 meter skiën) en beach sprint (227 meter rennen). De volgorde daarvan wordt op basis van loting bepaald, maar de beach sprint is altijd het laatste onderdeel. Na het startsignaal voeren de deelnemers de onderdelen in de juiste volgorde uit. |
Ocean lifesaver relay mixed |
Het team bestaat uit twee mannen en twee vrouwen. Daarvoor staan de onderdelen - surf race (288 meter zwemmen), board race (400 meter boarden), surf ski race (500 meter skiën), beach sprint (227 meter rennen) - vast. Welke door de mannen en de vrouwen uitgevoerd worden, worden op basis van loting bepaald. Na het startsignaal voeren de deelnemers de onderdelen in de juiste volgorde uit. |
Cameron relay |
Dit wedstrijdonderdeel bestaat uit één keer zwemmen, één keer boarden en twee keer hardlopen. Hardlopen is altijd het tweede en vierde onderdeel. Door middel van loting wordt de volgorde van het zwemmen en boarden vastgesteld. Na het startsignaal voeren de vier deelnemers de onderdelen in de juiste volgorde uit. |
Maak jouw eigen website met JouwWeb